Bij het kraken van de treden
Bij het kraken van de treden
behoedzaam klim jij hoger
ik hoor jouw voetstap zacht
mijn droom abrupt verstoord
door het kraken van tree acht
tergend langzaam kiert de deur
ontwaar in het licht jouw silhouet
ik lig half wakend weggedoken
wanneer jij zacht de radio aan zet
je morst wat vers gezette koffie
en zet het blad voorzichtig neer
de wekker in fel knipperend rood
verspringt vanaf nu niet meer
nog even sluimeren en slapen
met koffie als stilleven op de kast
jouw adem streelt mijn dichte ogen
wanneer ik blind je warmte tast