De rand van de diepte

De rand van de diepte

De rand van de diepte

 

 

scherpe stenen die in mijn geest

omlaag vallen, stukslaand op de

oude muur van mijn weerstand

 

waterstromen die mijn gelaat

bevochtigen, en moordlustig alle

zucht naar morgen in mij verdrinkt

 

gloeiende hitte die mij kastijd met

voor het gevoel weldadige warmte,

maar nochtans de kou niet verdrijft

 

stralende lamp die mij in het volle

licht zet, hoewel ik meermaals wens

nog een wijl in het donker te verkeren

 

vertwijfeling die onbarmhartig wreed

mijn ziel kastijd, en telkenmale de rand

van de diepte voor mijn gezicht brengt

plaveisel toch het opgaand pad, dat mij

uit de klauwen van de diepte voert zodat

ik het verleden de rug kan toekeren

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.