De verlokking van het bladerdek
De verlokking van het bladerbed
wadend met gelaarsde voeten door
bladeren die ik zelf als was het
herfst van de boom heb geblazen
vermoeid zoekend naar afdrukken
die terugvoeren naar het begin
van deze zo heilloze tocht
onvindbaar ondanks verwoede
pogingen het pad door het bed
van vergelend groen te vinden
ik keer mijzelf de rug toe en
balorig werp ik handen vol
bladeren omhoog in de wind
onvindbaar zijn ook zij wanneer
zij terug dwarrelen en hun plaats
weer innemen in de anonimiteit
hoe bekoorlijk haar zachtheid
als ik besluit mij er op neer te
vleien voor een droomloze slaap
en alles te vergeten