In de echo weerklinkt de roep
In de echo weerklinkt de roep
het diepe spoor dat in duister
onzichtbaar is en stroperige
modder die mij vastzuigt
op de tast probeer ik vooruit
te komen waar de storm en
regen mijn gezicht geselen
tranende ogen vertroebelen
het zicht waarin slechts
spookachtige creaturen figureren
onophoudelijk beukt de wind
en mijn stem is niet bij machte
het verre licht aan te roepen
hulpeloos verdwaald in donker
is er enkel nog mijn lispelen en
in de echo weerklinkt de roep
windstilte