Spoor twaalf

Spoor twaalf

Spoor twaalf

 

het was per ongeluk omdat

de trein er nog niet was

 

bleek onder het gele licht

zat ze, zwijgend

als uit steen gehouwen

 

alleen haar ogen leefden

en onmerkbaar knikte ze

toen ik mij naast haar zette

 

me aankijkend spraken

ogen warm zand

onder een koele branding

 

de trein kwam veel te vroeg

 

ik staarde haar na

toen ze instapte op het

spoor naar niemandsland

 

langzaam verdween ze

vanuit het gele licht in

het ondoordringbare duister

 

zij die mij achterliet bij een

lege bank en een hart vol

 

perrongeluk

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.