Als ik hun namen hoor
Als ik hun namen hoor
wanneer ik hun namen hoor voorlezen
slechts verstoord door het stampen van
zware laarzen die klinken op de stenen
van het station waar de dood gewoon is
wanneer ik hun namen hoor voorlezen
slechts verstoord door angstige kreten
als zij bijeengedreven in veel te kleine
wagons gaan naar waar de zon opkomt
wanneer ik hun namen hoor voorlezen
slechts verstoord door het monotone
gebonk van ijzeren wielen op de smalle
rails die leiden naar totale vernietiging
wanneer ik hun namen hoor voorlezen
slechts verstoord door de emotie van
hen die de dodendans zijn ontsprongen
terwijl deze trein voor hen nog altijd rijdt
wanneer ik hun namen hoor voorlezen
slechts verstoord door mijn angstige
gedachte dat hoe onvoorstelbaar ook,
dit gebonk eens weer hoorbaar zal zijn